|
||||||||
“ The term ‘LEGEND’ doens’t do justice to B.B.KING!... “ Vier jaar na het overlijden van Riley Ben “B.B.” King (1925-2015) blijft zijn invloed over de wereld van de blues (en ook daarbuiten!) nog altijd torenhoog. De fans van het eerste uur zullen blijven geloven in zijn album klassieker uit 1965 ‘Live At the Regal’, vele jongeren kennen hem van "The Thrill Is Gone" [1970] en, binnen de muziekwereld zal hij blijven gezien worden als één van de grootste blues artiesten aller tijden. B.B. King speelde vooral op Gibson-gitaren. Zijn "Lucille" was een Gibson met een “waargebeurd” verhaal, dat teruggaat naar de winter van 1949. King (toen 24) speelde in Twist, een plaats in Arkansas, Amerika. Tijdens zijn optreden ontstond een gevecht en werd een vat brandende petroleum, dat als verwarming dienstdeed, omgestoten en, kwam het gebouw in brand te staan. Toen iedereen buiten was, realiseerde King zich dat hij zijn gitaar had achtergelaten. Hij riskeerde toen zijn leven om zijn gitaar te halen. Toen King later hoorde dat het gevecht over een vrouw ging die "Lucille" heette, besloot hij zijn gitaar zo te noemen, om zich eraan te herinneren nooit meer zoiets te doen. De biografie van de King die over 8 decennia heen gaat, start op een plantage bij zijn grootmoeder die hem, na de scheiding van zijn ouders en de vroege dood van zijn moeder, opvoedde. King ging naar de Elkhorn Baptist Church in Kilmichael. Reeds vroeg raakte Riley Ben in de ban van zwarte muzikanten als T-Bone Walker en Lonnie Johnson, en jazzartiesten zoals Charlie Christian en Django Reinhardt. In 1943 verhuisde King naar Indianola, MS. Drie jaar later verhuisde hij weer naar Memphis, TN, waar hij zijn gitaartechnieken verfijnde, met de hulp van zijn neef, country bluesgitarist Bukka White. Hier trad hij regelmatig op met Johnny Ace, Bobby Bland en Rosco Gordon die zich na het vertrek van King uiteindelijk the Beale Streeters gingen noemen. Uiteindelijk begon King zijn muziek live op het radiostation van Memphis WDIA te brengen, een station dat juist een draai had gemaakt door enkel zwarte muziek uit te zenden -wat destijds zeer opmerkelijk was. On air begon King de naam The Pepticon Boy te gebruiken, wat later Beale Street Blues Boy werd. Die naam werd afgekort tot gewoonweg Blues Boy, wat uiteindelijk B.B. werd. King vond zijn eerste succes buiten de blues markt in 1969 met zijn remake van Roy Hawkins' melodie "The Thrill is Gone", dat een hit werd in zowel de pop- als de R&B-hitlijsten. King’s succes bleef duren in de jaren ‘70 met liedjes als "To Know You Is to Love You" en "I Like to Live the Love". Van 1951 tot 1985 verscheen King maar liefst 74 keer in de Billboards-R&B-charts. King heeft een zeer vol en actief leven geleid. Hij bezat een vliegbrevet, was bekend als gokker, vegetariër, niet-drinker en niet-roker. Als diabeticus was King een van de spreekbuizen van de strijd tegen diabetes. Op 14 mei 2015 overleed King in zijn slaap. Diabetes werd, in combinatie met zijn leeftijd en uitdrogingsverschijnselen, gezien als doodsoorzaak. Op 25 mei werd bekend dat de FBI een onderzoek gestart had naar de doodsoorzaak van King. Volgens dochters van King zou hij vergiftigd zijn. “ Changing the genre forever with his soul-drenched voice and ‘one-note’ touch… ” Bij Ruf Records verscheen begin deze maand ‘The Soul of the King’, een album dat opgenomen werd door The BB King Blues Band met o.a. James “Boogaloo” Bolden (trompet), Eric Demmer (lead sax), Russell Jackson (zang, bas), Walter King (sax), Herman Jackson (drums), Darrell Lavigne (keys), Lamar Boulet (trompet), Wilbert Crosby (gitaar), Brandon Jackson (drums) & Raymond Harris (trombone). ‘The Soul of the King’ is een album met 13 tracks, met een selectie uit King’s klassiekers én eigen nummers, want het is belangrijk verder te gaan waar BB mee startte. Dat dit vrij aardig lukte, is mede door de klasse van de songwriters (Eric Dimmer, Russell Jackson, James Bolden…) die in de band aanwezig waren. Dat er ook meerdere “Guests” (Kenny Wayne Shepherd, Taj Mahal, Kenny Neal, Diunna Greenleaf, Mary Griffin, Joe Louis Walker, John Del Toro Richardson, Michael Lee…) uitgenodigd waren, is tegenwoordig bij opnames een vanzelfsprekend. Zo doet Joe Louis Walker heel soulvol zijn tribute aan de King in “Regal Blues (A Tribute to The King)” en Kenny Wayne Shepherd een meesterlijk solo in de opener “Irene Irene”, een nummer waaraan Eric Demmer, de saxofonist van de BBKBB, meeschreef. Als sidemen van de King kennen ze zijn oeuvre. Michael Lee zingt en doet de gitaar solo in zijn “The Thrill Is Gone” en Mary Griffin en Taj Mahal verenigen hun krachten vocaal op “Paying the Cost to Be the Boss”. Kenny Neal daarnaast zingt in de derde BB-klassieker “Sweet Little Angel”. “There Must Be a Better World Somewhere” (een nummer van Doc Pomus & Malcolm J. Rebennack), gezongen door Diunna Greenleaf, is de titelsong van het zevenentwintigste studioalbum van B. B. King dat in 1981 uitgebracht werd. Het jaar erna kreeg het de Grammy Award voor “Best Ethnic of Traditional Recording”. Op tuba haalt Kirk Joseph in “Low Down” wat New Orléans in huis en het wordt gezellig funky met “Taking Care Of Business”, waarin vocaal naast Russell Jackson (lead) ook James “Boogaloo” Bolden en John Del Toro Richardson te horen zijn. De gitaar solo is van Wilbert Crosby en de sax solo van Demmer. “ ‘The Soul of the King’ is a tribute to Riley Ben "B.B." the “King” and proof that he lives on in The BB King Blues Band, which also wants to make its imprint on today's blues scene… “ (ESC for Rootstime.be) Eric Schuurmans
Album track list: Album line-up: Discography The BB King Blues Band:
|
||||||||
|
||||||||